Mag ik even zeggen hoeveel zin ik heb om weer terug naar Andalusië te gaan nu ik dit artikel heb geschreven? Vorig jaar, eind april 2015, vertrokken Nicky en ik voor twee weken naar Andalusië om wat meer van het Spaanse vasteland te zien en van het eten te genieten. Na onze bezoek aan Valencia wisten we het zeker: in Spanje is het lekker vertoeven. Relaxte sfeer, lekker temperatuurtje, heerlijk eten en goede wijnen. In Andalusië troffen wij deze elementen opnieuw aan. Vandaag neem ik je mee terug naar deze reis en deel ik vooral de adresjes waar je als foodie thuis zult voelen.
Malaga
Onze reis begon in het kustplaatsje Malaga aan de Costa del Sol. In de binnenstad zelf is de ijssalon Casa Mira een bezoekje waard. Ondanks dat je het er van de buitenkant niet aan af kunt zien wordt hier nog elke dag het ijs vers bereid. De wachtrijen zul je wel al snel zien en daaraan herken je ook dat de ijssalon onder de locals een favoriet is. Ik werd in ieder geval heel erg blij van dit ijs en ik ben niet eens een ijsliefhebster.
In Malaga sliepen wij in een B&B buiten het centrum van de stad, maar we hadden wel fietsen tot onze beschikking (via de B&B) waardoor we binnen no-time in de stad waren en we in korte tijd veel van Malaga konden zien. Ook ’s avonds maakten we gebruik van de fietsen. We wilden heel erg graag een keer pinxtos – of pinchos – eten. Pincho staat voor prikker en het eten kenmerkt zich dan ook doordat de hapjes (in de meeste gevallen) op een stuk brood zijn vastgeprikt met een tandenstoker of gelijksoortige prikker. Die prikkers van je pinchos geven aan hoe duur de pincho is. Je bewaart de prikkers netjes en daar wordt dan vervolgens je rekening op gebaseerd. Pinchos zijn eigenlijk niet meer dan tapas met een stokje erin. Wij kozen in Malaga voor La Taberna del Pintxo Larios en we hebben hier heerlijk gegeten. De koude pinchos kon je binnen zelf uit de vitrine halen en met de warme pinchos liepen ze rond op een dienblad. Wanneer ze aan je tafel kwamen gaf je aan of je er eentje wilde of niet. Bestel er een flesje wijn bij en je kunt de hele avond blijven zitten.
Als je in Malaga bent is de Mercado Atarazanas ook een must-see. Dit is een overdekte markt waar je alles van fruit, noten tot vlees kunt krijgen. Het oude marktgebouw zelf is al een reden om de markt te bezoeken – denk prachtige glas in lood taferelen. Maar binnen kijk je ook je ogen uit. Vergeet niet om hier lekkere gezouten amandelen te kopen. De amandelen van hier zijn zoveel lekkerder dan wat je in Nederland koopt en de amandelen zijn ook nog eens een regionaal product waardoor je ze niet kunt missen.
Tarifa
Voordat we naar de grote steden zoals Sevilla en Granada zouden gaan, streken wij neer in enkele kleinere kustplaatsjes van de Costa de la Luz. Tarifa was daar een van. Tarifa kenmerkt zich als een surfersplaatsje met een ongedwongen sfeer. Vanuit Tarifa kun je Marokko zien liggen en er vertrekken vanuit Tarifa dan ook een aantal boten naartoe. We sliepen trouwens in het mooie Hotel Misiana. Vanuit onze slaapkamer konden we de eerste hotspot – Bar El Frances – al zien liggen, na het inchecken gingen we hier dan ook maar gelijk eten. Heerlijke tapas, de beste patatas bravas die ik tot nu toe heb mogen eten en gewoon een geweldig sfeertje. Het is hier heel druk, dus kom op tijd en regel het liefst een tafeltje buiten op hun terras.
Totaal iets anders dan pinchos en tapas is het eten bij Vaca Loca. Hier krijg je een bord vol en je kunt dan ook maar beter met grote honger komen. Gelukkig moet je in Spanje meestal tot 21:00 uur ’s avonds wachten voordat de restaurants opengaan, dus die honger heb je waarschijnlijk wel. Probeer de ‘secret pig’ uit of kies voor een veiligere optie zoals kip. Je moet wel een vlees liefhebber zijn, anders ben je op de verkeerde plek. Het eten is lekker en het kleine barretje is lekker rustiek. Vaca Loca is een klein restaurant/barretje dat verstopt ligt op een klein pleintje met enkele cafe’s in het oude centrum. Na het eten kun je dan cocktails gaan drinken in een van de naastgelegen cafe’s. Gegarandeerd een leuke avond uit!
Cádiz
Wij maakten tijdens onze reis ook een stop in het plaatsje Cádiz. Het was een klein stadje met de gebouwen dicht op elkaar waardoor je snel verdwaalde. De stad vonden wij zelf niet heel bijzonder, maar er was wel een element dat alles goed maakte. Midden in het centrum bevind zich namelijk de Mercado Central, overdag een markt zoals vele in Spanje. Denk vers fruit, groente, vlees, vis en noten. Ook zijn er overdag enkele kraampjes waar je wat kunt eten, voornamelijk vis dat vers de haven van Cádiz binnenkomt. Maar het hoogtepunt van de markt is ’s avonds vanaf 20:00 uur. De marktkraampjes zijn dan dicht, maar de eetkraampjes gaan dan voor een tweede ronde open. Een van die kraampjes is de sushibar Gadisushi, heerlijke verse vis die smelt in je mond. Terwijl je wacht op je bestelling koop je in het kraampje tegenover iets lekkers te drinken. Dit is namelijk een kraampje met allemaal speciaalbieren, maar verkopen ze ook Tinto de Verano. Als de bestelling klaar is neem je plaats aan een van de tafeltjes en bestel je nog een drankje. Wat hebben we heerijke avonden gehad in Andalusië.
Sevilla
De stad waar het begin mei al 30+ graden warm was, of heet moet ik eigenlijk zeggen. Ik zou dus nooit in de zomervakantie naar Sevilla gaan, volgens mij is het dan niet meer uit te houden daar. Gelukkig vind je in het centrum het patisserie zaakje La Campana en kun je hier een heerlijk ijsje eten. Ik koos voor de pijnboompitten ijssmaak. In een woord heerlijk. Sinds die dag wil ik nog steeds een zoet recept maken met pijnboompitten. Je kunt hier ook een lekker kopje koffie met een gebakje eten. Mooi zaakje ook van de buitenkant.
Naast de onverwachtse hitte, heeft Sevilla ons ook verrast met het eten. Het meest apart hebben we namelijk in deze stad gegeten. We gingen weg van het centrum en belandde in de wijk Triana. Verstopt tussen de flatgebouwen ligt hier het tapas restaurant Puratasca. Hier zijn ze niet vies van aparte smaakcombinaties, denk aardbei gazpacho met tonijn en chorizo in tempura. De tapas zijn vernieuwend, modern en extreem lekker. Die aardbeien gazpacho was ons zo goed bevallen dat we hem afgelopen kerst hebben nagemaakt. Volgens mij kan ik wel zeggen dat de soep unaniem lekker werd gevonden. Een restaurant dat de zoektocht zeker waard is. Oh, en schrik niet van de buitenkant. Ga zitten en laat je verrassen.
Aangezien wij in de wijk Triana ons hotel hadden ligt de volgende aanrader ook in deze wijk. Het betreft het tapasbarretje Las Golondrinas 2 (ja, er is ook een 1). Hier komen eigenlijk alle locals ’s middags tapas eten, hele families worden naar binnen geloodst en je vraagt je af waar ze die hoeveelheid mensen laten in dit kleine restaurantje. Je bent hier als toerist in de minderheid, dus zorg dat je de vertaal-app bij de hand hebt. Bestel ondertussen een vino tinto (glas rode wijn) en kies enkele lekkere tapas uit en laat je leiden door de ongedwongen sfeer die er hangt. De aanrader op de kaart is de huisspecialiteit: gebakken champignons gevuld met een gifgroene aioli. Perfect!
Onze laatste avond in Sevilla kozen we voor iets compleet anders. We hadden vernomen dat er een goede Mexicaan in het centrum zou liggen. Het eettentje, La Chaparrita, zit een beetje verstopt aan het einde van een steegje en opnieuw moet je even door het interieur heen kijken. Maar als je dan eenmaal het eten op tafel krijgt zul je tevreden zijn. Verwacht geen Amerikaanse tex-mex met een overdaad aan kaas en vlees, alhoewel de drankjes dan wel weer overdadig zijn. Wat je wel kunt verwachten zijn kleine meer richting de authentieke Mexicaanse keuken-achtige gerechten. Gewoon proberen als je van Mexicaans eten houdt; bestel dan ook direct de Margarita.
Granada
Wij verbleven in Andalusië ook een paar nachten weg van de steden, zoals in de bergen of een mooi natuurgebied, maar daar ga je niet per sé heen voor het eten. Daarom eindig ik dit verslag met de laatste stad die wij aandeden in onze rondreis, namelijk Granada.
Granada staat vooral bekend om het Al Hambra en vervolgens het mooie uitzicht op het Al Hambra. Een overblijfsel uit de tijd dat de Moren het hier voor het zeggen hadden. Erg mooi om een keer gezien te hebben. Reserveer wel je ticket online, want anders kom je er gewoonweg niet in. Je kiest of je ’s ochtends, ’s middags of ’s avonds komt en vervolgens krijg je een tijdslot toegewezen om de Nasrid Paleizen te bezoeken. Hier kom je alleen naar binnen op het aangewezen tijdslot. Ja, ze zijn een beetje streng hier. Het wordt dan ook massaal bezocht door toeristen.
Granada moet ook de plek zijn waar je nog op authentieke wijze tapas kunt eten. Tapas zijn namelijk kleine gerechtjes die je van oorsprong bij een glas drinken kreeg. Bestel je iets te drinken, dan krijg je er een tapas bij. Nou zul je nog steeds je best moeten doen om deze barretjes te vinden, maar ze zijn er wel meer in Granada dan in andere Spaanse steden. In deze barretjes kun je ook extra tapas bij bestellen tegen betaling. Je hoeft je dus niet lam te zuipen voor wat eten. Uiteindelijk kozen wij voor twee tapasbarretjes die ons wel aanspraken. Moderner en meer gericht op jongeren. De eerste avond bezochten wij Tasca El Conde. De barman is de eigenaar en de vrouw staat in de keuken. Laat hem jou een wijn adviseren en de tapas komt er gratis bij. Natuurlijk heb je als foodie honger en wil je meer proeven. Geen nood, er is ook een menukaart. Het eten was modern en je kunt hier de hele avond blijven zitten; lekker mensen kijken. Dit restaurant ligt trouwens tegenover een wat authiekere tapasbar La Tana, hetzelfde principe maar dan met de bekende tapas.
Op onze laatste avond Granada bezochten we de studentikoze Bar Poe. Hier is het echt een samenkomst van locals, studenten en toeristen. De eigenaren zijn niet Spaans, hij is Brits en zij is Angolees, en dat betekent dat je hier voor de afwisseling iets andere tapas geserveerd krijgt. Ze hebben een klein menukaartje met tapas als Portuguese Piri-Piri of traditionele Braziliaanse bonenschotel. Iedere keer dat je een drankje bestelt zal de barman vragen wat je erbij wilt eten, kies een gerechtje per drankje van de menukaart en na 5-10 minuten wordt je vanuit de bar geroepen om je eten aan te nemen. Tapas in een kroeg betekent gegarandeerd een gezellige avond uit. Volgens mij hebben wij met z’n tweeën drie of vier rondes gedaan van een drankje met gratis tapas.
Al met al was dit een zeer geslaagde rondreis en ik zou zeker terug willen. Ben jij al eens in Andalusië geweest en heb jij nog meer tips? Of ben je van plan om te gaan? Ik ga op onze volgende vakantie in ieder geval meer mijn best doen om foto’s te maken van het eten en de restaurants, zodat ik jullie een beter idee kan geven. Ik krijg in ieder geval weer zin in vakantie als ik dit soort artikelen schrijf.
Binnenkort komt trouwens mijn ultieme chocoladetaart online, dus houd Cakeje Van Eigen Deeg in de gaten!
Liefs Lian
Emma zegt
Super leuk om te lezen ! Ik krijg zoveel heimwee naar Spanje en sowieso de warmte en de zomer!!
Lian zegt
Ik ook 😵